Column: Ontnomen namen - deel II

ma 17 apr 2023 - Guido van de Wiel

In een vorige column getiteld Ontnomen namen - deel I liet ik zien hoe het ontbreken van een klinker in een gehele roman bij Georges Perec verwees naar het ontbreken van zijn ouders. De onuitsprekelijke letter staat in dat boek voor het onuitsprekelijke gebrek aan ouders: hij wist niet wat het was om geen ouders te hebben: dit boek werkte literair als catharsis voor hem.

Er zijn echter meer archetypische voorbeelden van levens en levensbeschouwingen waarin hele namen ontnomen worden. Gek genoeg komt dat fenomeen met name – of eigenlijk: zonder name – voor bij verwijzingen naar duivelse en juist g-ddelijke namen.

Als je over de duivel spreekt …
De bedoeling van de moordenaar van John Lennon was om door die moord net zo beroemd te worden als zijn slachtoffer. In reactie op deze moord, werd het al snel een belangrijke afspraak onder fans om de naam van de moordenaar nooit ergens te noemen. Dit om ervoor te zorgen dat de moordenaar zijn doel om even beroemd te worden als John Lennon nooit zou bereiken. Alhoewel zijn naam gewoon te vinden is op het internet en in encyclopedieën, eer ik deze afspraak en zal ik die naam ook hier niet verder verspreiden. Wel voer ik deze afspraak onder fans op als voorbeeld van hoe het uitspreken van een naam omwille van een negatieve lading vermeden wordt. Datzelfde geldt voor het uitspreken van de naam Voldemort in de boeken en films over Harry Potter. De meeste andere tovenaars in die boekenserie zijn zo bevreesd voor Voldemort dat zij zelfs zijn naam niet durven uitspreken. Men noemt hem ‘Hij die niet genoemd mag worden’ of ‘Jeweetwel’. Achteraf blijkt uit de Harry Potterboeken dat Voldemort zijn zwarte magie zo heeft ingezet dat als je zijn naam wel uitspreekt jijzelf je eigen beschermende bezweringen verbreekt. Slim ideetje van Jeweetwel, want juist de kloeke hoofdpersonen en de leden van de Orde van de Feniks zijn degenen die zijn naam wel durven uitspreken. En daarmee verzwakt Voldemort precies diegenen die hij van meet af aan te pakken wilde nemen. In de film is deze uitleg overigens weggesneden. Over ontnomen namen gesproken. Wat overblijft is dat vooral een appèl wordt gedaan op oerangst en bijgeloof, indachtig ook de uitdrukking: als je over de duivel spreekt, trap je op zijn staart.

Saillant detail is dat in Harry Potter en de halfbloed prins de jonge Voldemort gespeeld wordt door een neef van de acteur Ralph Fiennes die de volwassen Voldemort speelt. Die neef heet Hero Fiennes Tiffin. Althans, hij heeft nog meer namen. Maar zoals wel vaker gebruikelijk, zijn ook doopnamen of tweede, derde en vierde namen doorgaans een vorm van ontnomen – of in ieder geval: vaak ongebruikte – namen. Ze bestaan wel, maar ze worden vrijwel nooit uitgesproken. Zo luidt de volledige naam van Hero Tiffin – we hebben het hier over het echte leven; niet over personages in de Harry Potterreeks – bijvoorbeeld: Hero Beauregard Faulkner Fiennes Tiffin: een naam die in de wereld van Zweinstein niet zou misstaan tussen Bellatrix Lestrange en Fleur Delacour van Beauxbatons Academy of Magic. 

Nader tot G-d
De onuitspreekbaarheid bij namen kom je ook tegen als je juist dichter en dichter in de buurt van het g-ddelijke komt. Ook aan dat andere eind van het spectrum tussen goed en kwaad, schieten woorden blijkbaar tekort om recht te doen aan die ‘onnoemelijke’ krachten.

In de correspondentie die ik een aantal jaren met een kabbalistische rabbijn heb gevoerd, gebruikte deze rabbijn standaard G’d of G-d om naar het Opperwezen zelf te verwijzen. Uit respect voor dit gebruik zal ik in deze column datzelfde gebruik ook aanhouden. Sinds 300 voor Christus wordt in het Jodendom het noemen en schrijven van de naam van G-d vermeden. Er zit een hele filosofie achter, die onder meer teruggaat op een van de tien geboden, te weten: ‘Misbruik de naam van de Heer, uw G-d niet.’ Heel concreet geldt voor digitale correspondentie het volgende: je weet nooit wat er met een mailtje gebeurt. Wat als zo’n mailtje met de heilige naam van G-d erop wordt uitgeprint en zo’n uitgeprint mailtje verdwijnt na verloop van tijd in de prullenmand … Daarmee zou de rabbijn zich medeschuldig maken aan het overtreden van het eerdergenoemde gebod. Vandaar dat alleen in officiële Bijbelboeken Zijn naam voluit geschreven staat en overigens in een groot aantal verschillende benamingen, waar elke keer ook weer een veelheid van redenen voor is aan te wijzen, waarom in die situatie juist die naam van G-d gebruikt wordt.

Stilte als zeggingskracht
Duivelse of g-ddelijke benamingen. We vermijden ze blijkbaar soms. Het noemen, of niet-noemen van die namen, bekrachtigt de staat van het duivelse of van het g-ddelijke. En wie het onbenoembare toch in de mond neemt, lijkt in sommige gevallen plotseling uit de gratie te vallen. Alsof je door het duivelse te benoemen een tragisch lot over jezelf afroept, of bij het niet zorgvuldig genoeg omgaan met het woord G-ds en met het woord G-d zelf, te recht in het Licht kijkt. Het onzegbare versterkt het onbevattelijke. Nomen est omen. What’s the game of the name?

Aan de randen van ons bestaan schieten woorden tekort en krijgt het inslikken van woorden zelf zeggingskracht. Dit sluit aan op een gedachtegang die regelmatig bij mij opkwam in de tijd dat ik het Franse boek van Perec zonder E aan het vertalen was, waarover ik in die vorige column al verhaalde: wat als – in een parallel met Perecs verhaal – de Nederlandse taal ooit een zevende zelfstandige klinker zou zijn kwijtgeraakt...? Wat als er ooit een klinker zou zijn geweest waar wij nu geen weet meer van hebben?

Gemankeerde taal
Heel gek is bovenstaand gedachtenexperiment niet, want is taal niet sowieso gemankeerd? Die e-loze roman maakte mij duidelijk dat taal, net als muziekschrift, en ook muziek zelf, slechts bij benadering kan uitdrukken wat wij voelen en wat wij denken. Het boek steekt de draak met ons vermogen om betekenis te geven. De taal is een kaartenhuis dat elk moment kan instorten. Onze taal rammelt aan alle kanten. In feite legt die roman bloot dat onze taal ook inclusief de E eigenlijk altijd beperkt zal zijn. Is het niet zo dat we bij allerlei belangrijke gebeurtenissen in het leven het gevoel hebben dat woorden tekortschieten? Dat coaching op de echte grote thema’s in het leven grotendeels zonder woorden verloopt? De letters en lettercombinaties die ons ter beschikking staan, drukken op wezenlijke momenten nooit voldoende en exact uit wat ons gevoel werkelijk inhoudt. Dat is het manco van onze taal. De meest wezenlijke zaken zijn eigenlijk niet goed onder woorden te brengen; ons desalniettemin uitdrukken levert hooguit een schamele poging op, een flets aftreksel van wat zich in onze ziel ten diepste afspeelt.

Tegen beter weten in doen poëten al eeuwenlang vergeefse pogingen om in naam der liefde de juiste woorden te vangen... O, wat hunkeren zij naar die mythische klinker die ze missen. Die ontbrekende schakel waarmee onze zielenroerselen volledig verwoord zouden kunnen worden. Die letter die stilte zou kunnen duiden zonder de stilte te verbreken. Die syllabe waarmee zij uit de naam der liefde uiting zouden kunnen geven zonder iets kwijt te raken of in de maalstroom van clichés, holle woorden of valse beloften te belanden. Tegen de stroom in proberen we als coaches of therapeuten existentiële pijnen te ordenen in een taxonomie van vormen en soorten. Trachten we de zielenpijn af te vangen door deze verschillende namen te geven en in schema’s, structuren, overzichten te plotten. Maar je kunt een rouwproces niet oefenen noch de liefde van je leven in alle dimensies, registers en nuances schetsen. Je kunt geen voorschot nemen op verlies. Praatjes vullen geen gaatjes.

Wat is onze opgave? Is het de zoektocht naar een zevende klinker met de kracht van een zesde zintuig...? Of het leren verdragen van een aantal onuitsprekelijke namen in de uiterwaarden van het bestaan? Opdat het leven daartussen kan ontspruiten en blijven meanderen en stromen …

 

Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, (schrijf)coach en ghostwriter. Hij is onder meer verbonden aan Verdraaide organisaties en de Veranderbrigade. Vorig jaar verscheen bij Kloosterhof zijn boek Van meetbaar naar merkbaar, van duurzaam naar dierbaarEerder schreef hij boeken zoals Durf het verschil te maken (i.s.m. Merlijn Ballieux), Organiseren met toekomst en Innoveerkracht. www.wheelproductions.nl

Naar het overzicht