Column: Ontnomen namen - deel I

wo 22 feb 2023 - Guido van de Wiel

Het is alweer veertien jaar geleden dat een vertaling van mijn hand uitkwam van een boek waar geen enkele keer de klinker E in voorkomt. Het oorspronkelijke werk is La Disparition van Georges Perec, dat in vertaling ’t Manco is gaan heten.

Dit boek zonder E raakte mij vanaf het moment dat ik erachter kwam dat het veel meer dan een taalspelletje was. Het boek kent een diepe autobiografische laag. Georges Perec was een Joodse jongen en verloor zijn ouders als zesjarig jongetje in de Tweede Wereldoorlog. Zijn vader stierf door een granaatscherf, zijn moeder werd op transport gesteld naar Auschwitz. Op 11 februari 1943 werd ze in Drancy verordonneerd om in een trein te stappen. Na die datum heeft nooit meer iemand iets van of over haar vernomen.

Georges Perec werd ondergebracht bij een oom en tante. Zijn achternaam moest gewijzigd worden, want die klonk te Joods. Over ontnomen namen gesproken … Eigenlijk heette zijn familie Peretz. Ironisch genoeg is dat Hebreeuws voor gat. Want een gat werd geslagen. Perec wist als opgroeiende jongen eigenlijk helemaal niet wat het betekende om ouders te hebben. Hij wist daarmee ook niet wat hij miste. Hij had amper jeugdherinneringen aan zijn ouders. Zelfs de naam waaronder hij opgroeide was niet de zijne. Hoe moet iemand vanuit dat onbestaanbare drijfzand en die ontkenning van een hele familienaam, een solide identiteit opbouwen?

Als volwassen schrijver stelde Georges Perec zichzelf de vraag hoe hij zijn plaats in die familiegeschiedenis, inclusief het missen van het missen, nu eigenlijk literair kon maken. Hij bedacht: als ik nu eens de meest “kapitale” letter van het alfabet neem, ik haal die weg, en vervolgens construeer ik opnieuw taal. Dan is dat gemis steeds aanwezig in de tekst, maar nooit aanwijsbaar. Dat was zijn manier om zijn jeugdtrauma literair te maken. Of zoals Perec-kenner Warren Motte schreef: de absentie van een symbool is het symbool van een absentie (Motte, 1990).

Er zijn meerdere aanwijzingen te vinden dat voor Perec die letter E voor zijn ouders stond. Zo neemt hij, in een ander boek dat hij schreef voorin de opdracht ‘Pour E’ op. ‘Pour E’ is hier te lezen als homofonie voor ‘Pour eux’. ‘Pour eux’ (voor hen) is te lezen als ‘Voor mijn ouders’, zoals hij met twinkelingen in zijn ogen op een dag meedeelt aan zijn nicht Ela (Bellos, 1993, p 562).

De vraag blijft natuurlijk hoe Georges Perec uiteindelijk het ontbreken van die E als motor van zijn verhaal gebruikt. Want op te rechtstreekse verwijzingen naar zijn familiegeschiedenis hoef je niet te rekenen. Het boek wordt al snel een spannende whodunnit, inclusief verdwijningen en grillige moordaanslagen. Zo verdwijnt de hoofdpersoon aan het einde van hoofdstuk 4 en blijkt hoofdstuk vijf – dat samenvalt met deel II van het boek – helemaal te ontbreken: ten enenmale een verwijzing naar de E als vijfde letter en tweede klinker van het alfabet. Dit boek bestaat in totaal uit zes delen en uit 26 hoofdstukken, waarbij dus dat tweede deel en het vijfde hoofdstuk blijken te ontbreken.

Daarnaast zit er een zin in de tekst waarin alle letters van het alfabet voorkomen (behalve de E). In vertaling wordt deze: Advocaat drinkt whiskymix of paft bij zoölogisch aquarium. Een stijlfiguur waarmee Perec zijn personages dat onuitsprekelijke geheim tot op een haar – of beter gezegd, een letter – laat benaderen. Door alle andere letters in een zo compact mogelijke vorm te presenteren, wordt immers ook het dia-positieve beeld zichtbaar. Door de rest van de letters extreem te condenseren, wordt ook maximaal zichtbaar dat de E ontbreekt. Valt het een personage eenmaal op dat het om de E gaat die mist en wil hij dat uitspreken, dan treedt de auteur als onverbiddelijke rechter en beul op en laat hij het personage ter plekke sterven. Dat personage heeft immers geen recht meer om in deze romanwerkelijkheid nog te bestaan. Een bestaan dat gekenschetst wordt door een verbannen, onuitsprekelijke letter.

Georges Perec heeft een leven lang de Acte de Disparition van zijn moeder bewaard. Op dit officiële document dat van overheidswege wordt opgesteld, is duidelijk leesbaar: 11 februari. Deze 11 februari wordt een sleuteldatum voor Perec. Zo spiegelt die datum zich direct al in het aantal letters dat ook de titel van zijn boek La disparition telt: 2 en 11 letters.

In de Nederlandse titel is een vergelijkbare vorm-verwijzing te vinden. De titel ’t Manco is niet alleen een inhoudelijke vertaling, maar verwijst met zijn vijf tekens en het losse zesde teken ook naar het aantal klinkers dat voorradig is in dit boek. Is dat vijf of zes? Eén letter is los van de andere vijf komen te staan. Wat klinkt op en wat kan nooit meer opklinken?

Vaak weet je niet wat je mist, tot het te laat is. Koester elkaar voordat de een of de ander alleen nog schittert door zijn of haar afwezigheid.

Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, (schrijf)coach en ghostwriter. Hij is onder meer verbonden aan Verdraaide organisaties en de Veranderbrigade. Vorig jaar verscheen bij Kloosterhof zijn boek Van meetbaar naar merkbaar, van duurzaam naar dierbaarEerder schreef hij boeken zoals Durf het verschil te maken (i.s.m. Merlijn Ballieux), Organiseren met toekomst en Innoveerkracht. www.wheelproductions.nl

 

Naar het overzicht