Coachingslessen uit de MMA-vechtsport, deel 2

di 22 nov 2022 - Guido van de Wiel

MMA wordt soms als afkorting voor het “Meest Milieuvriendelijke Alternatief”. Maar in mijn vorige column gebruikte ik die afkorting in een heel andere context: namelijk om ermee de vechtsport Mixed Martial Arts te duiden.  

In die eerste column liet ik zien hoe belangrijk heldere rollen, oogcontact en erkende expertise is.

In dit vervolg haal ik opnieuw een aantal coachingslessen uit de MMA-sport naar voren. Ik wil laten zien hoe, niet alleen bij deze vechtsporten maar ook in organisaties, onze blik steeds verder naar binnen dreigt te keren als het spannend wordt. Dit terwijl er clous voor het oprapen liggen als het je lukt om – vooral dan – een blik naar buiten te blijven houden.

Om deze lessen luister bij te zetten keren we terug naar zondag 7 juni 2009. Het gevecht tussen Urijah Faber en Mike Brown is al beladen voor het begonnen is. Het is immers diezelfde Mike Brown die een half jaar eerder Faber al zijn titel ontnam. Dat zorgde er toen voor dat Faber zijn tweede nederlaag in 23 gevechten leed. De “California Kid” Urijah Faber wil in juni 2009 zijn titel terug.

Direct na afloop van de eerste ronde zijn de coaches van Mike Brown totaal gericht op hun pupil. Ze pakken zijn hoofd bij zijn nek vast en lopen met hem naar zijn krukje, draaien zich met de rug naar de tegenstander en richten zich op de verzorging van hun vechter. Daarmee missen ze volledig dat Urijah Faber in zijn eigen hoek naar zijn rechterhand wijst en een korte horizontale beweging met zijn linkerhand bij zijn keel maakt. Met andere woorden: Urijah geeft redelijk in het openbaar bij zijn eigen coach aan dat hij zijn rechterhand niet meer kan gebruiken. Waarschijnlijk gebroken.

Doordat deze bruikbare en waardevolle informatie over de tegenstander niet door het team van Brown wordt opgepikt, duurt het pas tot in de derde ronde dat Brown zijn tactiek op Faber aanpast. Ook de commentatoren valt het pas in diezelfde derde ronde op dat Faber zijn rechterhand stelselmatig niet meer gebruikt om klappen mee uit te delen.

Was het team Brown categorisch hun tegenstander blijven bestuderen, dan hadden ze al een ronde eerder deze kennisvoorsprong kunnen opbouwen. Uiteindelijk wint Brown weliswaar het gevecht, maar in hoeverre heeft dit specifieke gevecht niet een ronde te lang geduurd? Een ronde lang hebben ze extra risico gelopen, omdat Faber in die tijd toch ook nog een headkick had kunnen uitdelen met zijn sterke en atletische lichaam. Kennis is macht.

Wat kunnen we daar als coaches en als organisaties nu van leren? Juist als het spannend wordt, zijn we geneigd om ons wereldje klein te maken en ons vooral te bekommeren om onszelf. Maar in dat soort crisissituaties is het belangrijk om naar buiten te blijven kijken. Klantcontact begint niet bij de balie, maar bij de opgebroken parkeerplaats voor je kantoor. Een cliënt is niet “cliënt af” na de laatste behandeling die vergoed wordt door de verzekering. Neem na een tijdje gewoon eens contact op. Om te vragen hoe het nu gaat. Onbetaald en buiten de vaste agenda.

Kijk eerder, kijk verder, kijk ruimer, kijk beter. Daar ligt de sleutel van het succes. Zelfs als die sleutel, zoals bij MMA, een sleutelbeen blijkt te zijn. Of een vingerkootje.

Vroegtijdig en met een ruime blik óók zicht houden op dat ene vingerkootje, kan zorgen voor een winnende hand.

 

Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, (schrijf)coach en ghostwriter. Hij is onder meer verbonden aan Verdraaide organisaties en de Veranderbrigade. Vorig jaar verscheen bij Kloosterhof zijn boek Van meetbaar naar merkbaar, van duurzaam naar dierbaarEerder schreef hij boeken zoals Durf het verschil te maken (i.s.m. Merlijn Ballieux), Organiseren met toekomst en Innoveerkracht. www.wheelproductions.nl

Naar het overzicht