Ook grijze muizen kunnen creatief zijn

di 19 mrt 2024

Organisatiepsycholoog Eric Rietzschel onderzoekt creativiteit op de werkvloer. Volgens hem helpt creativiteit ons om verder te komen, maar is er ook een negatieve kant.

Bij het woord ‘creatief’ denk je misschien al snel aan kunstenaars of muzikanten – kunstzinnige types met opvallende sieraden en een rommelig atelier. Maar volgens organisatiepsycholoog Eric Rietzschel is creativiteit veel meer dan dat. Hij stelt dat creativiteit verschillende vormen kan aannemen en dat het zeker geen mysterieuze gave is die slechts enkelen bezitten. “Iedereen kan creatief zijn. Ook grijze mannetjes met een bril, zoals ik."

Speld in hooiberg
Rietzschels onderzoek richt zich voornamelijk op creativiteit op de werkvloer. “Creatieve ideeën hebben twee kenmerken: ze zijn vernieuwend én bruikbaar.” Tussen deze eigenschappen is er een zekere spanning. “Een heleboel ideeën zijn óf het een óf het ander, maar niet allebei. Heel vernieuwende ideeën zijn vaak minder bruikbaar. En bruikbare ideeën zijn vaak niet zo vernieuwend. Het vinden van creatieve ideeën is een beetje als het zoeken naar een speld in een hooiberg: de combinatie van beide eigenschappen is zeldzaam.”

Te vernieuwend
Eén van de belangrijkste bevindingen uit Rietzschels onderzoek is dat creatieve ideeën op de werkvloer vaak niet worden opgepikt. "De opvatting is dat goede ideeën uitvoerbare ideeën zijn. Vernieuwende ideeën stuiten op weerstand, want net als mensen zijn organisaties vaak risicomijdend. Over voor de hand liggende voorstellen is men het vrij snel eens, maar over vernieuwende ideeën moet echt wel een paar keer gediscussieerd worden. Dan wordt het al snel: laten we maar gewoon doen wat we altijd al deden.”

Grotere wereld
Een gemiste kans, vindt Rietzschel. “Als je naar creatieve oplossingen zoekt, is dat meestal omdat de gangbare ideeën niet goed meer werken. Creatieve ideeën helpen ons om verder te komen, om de boel beter te maken: duurzamer, rechtvaardiger, gezonder, efficiënter, zuiniger, noem het maar op.” Ook op het welbevinden van individuen heeft creatief bezig zijn een positieve invloed. “Het is leuk om te doen, omdat het verder gaat dan wat er al is. In andere woorden, het maakt onze wereld groter. Mensen voelen zich prettig als ze creatief bezig zijn. Daarom wordt het ook wel als therapie ingezet.”

Structuur
Een andere belangrijke bevinding uit het onderzoek van Rietzschel is dat – in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt – structuur en creativiteit niet haaks op elkaar staan maar juist heel goed kunnen samengaan. “We zijn geneigd te denken dat de creativiteit door structuur helemaal kapot gaat. Maar voor sommige mensen stimuleert enige inperking in de vorm van bijvoorbeeld een stappenplan de creativiteit. Dat maakt de taak minder complex en overweldigend: eerst dit, dan dat. Dat geeft ruimte. Veel kunstenaars weten dat overigens al lang.”

Klein beginnen
Rietzschel heeft een belangrijk advies voor mensen die hun eigen creativiteit willen vergroten: pak het niet te groot aan. “Niet meteen de Nachtwacht schilderen, begin maar met je hond, of met de pootafdruk van je hond. Juist door je project kleiner te maken, creëer je ruimte.” Dat advies past Rietzschel ook toe in zijn eigen hobby boekbinden. “Ik ben niet erg handig met mijn handen. Als ik heel precies moet snijden, voel ik enorme druk. Daarom leg ik de lat wat lager en kies ik voor eenvoudigere projecten. Ik geef mezelf die ruimte. Een beetje scheef is ook prima – het hoeft er niet perfect uit te zien, want ik doe dit voor mijn plezier. Wat ik dan ontdek, is dat er juist binnen zo'n eenvoudig project meer mogelijkheden zijn om te experimenteren en creatief te zijn. Mislukkingen zijn dan geen probleem." (bron: RUG | Beau Oldenburg)

Naar het overzicht