Column Guido van de Wiel: Ongelovige Thomas?

ma 20 nov 2023 - Guido van de Wiel

Als jonge tiener was ik begin jaren tachtig met mijn broer en mijn ouders in Lourdes. Het was een tijd dat ik niet zozeer geloofde maar vooral twijfelde. Zou God bestaan? Wás er wel iets hogers? Zou er zoiets als een hemel zijn? En wat als je daar allemaal niet in geloofde? Met die existentiële vragen kwam ik in de namiddag aan in dit bedevaartsoord.

Het verhaal van Lourdes begint op 11 februari 1858, als de 14-jarige Bernadette Soubirous in de grot van Massabielle, net buiten het dorp, een witte dame ziet verschijnen. In het halve jaar daarna volgen nog 17 verschijningen. In het begin leeft er nog veel scepsis. Te beginnen bij Bernadettes moeder die haar en haar zusje een salvo stokslagen geeft als het duo thuis vertelt over de verschijning bij de grot. En als vrienden van Bernadette de dag erna op school vertellen wat zij heeft meegemaakt, kan ze opnieuw rekenen op een klap van de zuster die haar daarna heen en weer schudt en dreigt haar te zullen opsluiten als ze weer naar de grot durft te gaan. Maar Bernadette blijft gaan, omdat ze de verschijning beloofd heeft om twee weken achtereen te komen. Terwijl de meute bij deze bezoeken gestaag groeit (tot zo’n 3.000 mensen op 3 maart 1858), blijven de officiële instanties het lastig wat ze nu met dit verhaal moeten. Bernadette ondertussen drinkt uit een modderig straaltje omdat de verschijning haar zegt “Drink uit de fontuin en was je daar”. Op een ander moment zegt de verschijning haar dat er een kapel gebouwd moet worden. Politiecommissaris Jacomet beschuldigt Bernadette van liegen.

Bernadette laat haar eigen ervaringen echter niet door anderen gijzelen. Zelfs niet als ze ondervraagd wordt door een keizerlijke gezant die als openbaar aanklager optreedt. Ze laat zich geen onwaarheden in de mond leggen. Zo zegt zij zelf op geen enkel moment dat het om Maria zou gaan. Zij weet niet wie het is. Ook al willen mensen dat van haar horen. Zij heeft de verschijning altijd omschreven als een mooi meisje, van ongeveer haar eigen leeftijd en lengte. Ondertussen hebben andere mensen het slib wat verder weggehaald en ontdekken een iets helderdere bron. De eerste flessen gevuld met dit water gaan met de lokale mensen mee naar huis.

Eind maart wordt ze door artsen onderzocht, om na te gaan of ze aan een psychische aandoening zou leiden. In diezelfde dagen, achteraf bij de een-na-laatste verschijning, vertrouwt de verschijning Bernadette dan toe: “Que soy era Immaculada Counceptiou”. Te vertalen als: ik ben de Onbevlekte Ontvangenis. Als Bernadette deze zin, die ze zelf niet begrijpt, aan de lokale pastoor doorgeeft, is deze met stomheid geslagen. Hoe kan dit meisje dit begrip kennen? Als ze haar daarnaar vragen, blijkt ze dat begrip ook niet te kennen. Ze heeft het puur fonetisch onthouden. Hier wordt de kiem gelegd die ervoor zorgt dat de kerk later van standpunt verandert.

Terwijl de gemeente ondertussen nog op 15 juni besluit dat de grot dient te worden gesloten, vertellen mensen elkaar over de geneeskrachtige werking die deze bron zou hebben. De verhalen over wonderbaarlijke genezingen nemen hand over hand toe. Dit is het moment dat de instituten werkelijk anders naar het verhaal van Bernadette gaan kijken.

Lourdes en Bernadette zijn halverwege het jaar 1858 inmiddels wereldnieuws. En mede op bevel van Napoleon III wordt de grot heropend. De kerk laat de hele zaak nog eens onderzoeken en nog geen vier jaar later luidt het oordeel van de bisschop van Tarbes dat Bernadette in Lourdes daadwerkelijk een aantal Mariaverschijningen heeft gehad. De officiële lezing wordt: de Onbevlekte Maria, Moeder van God, is aan Bernadette Soubirous verschenen. Hoe beeldvorming kan veranderen. Bernadette: van uitschot naar uitverkorene. Van verwensingen naar vereringen. Van secreet naar sacraal. Van een dom wicht uit Lourdes naar Lourdes als gewichtig heiligdom. Het kan verkeren …

Terug naar de jaren tachtig van deze eeuw. We bezochten in de namiddag de grot van Massabielle waar een wit met lichtblauw Mariabeeld in een spelonk als natuurlijke nis in de rots over de mensen uitkeek. We zagen tientallen krukken in de grot hangen die door pelgrims waren achtergelaten. Alsof iedereen die hier verlamd aankwam, op eigen kracht weer was weggelopen. Ik heb begrepen dat een aantal jaar geleden al deze krukken zijn weggehaald. Mogelijk om bezoekers geen schuldgevoel te bezorgen als zij hun krukken toch nog nodig bleken te hebben na het bezoek aan de grot.

Al snel liepen wij in Lourdes rond met een plastic zakje waaruit twee kitscherige, doorzichtige Mariabeelden met een blauw dopje als onnatuurlijk hoofddeksel staken. Was Lourdes nu een commerciële plek waar kitscherige Mariabeelden gevuld met wijwater vooral de gemeentekas of lokale ondernemers spekten? Of was het werkelijk een plek waar mensen troost vinden en steun aan elkaar? Het was denk ik beide waar.

Toen de avond viel, stond de fakkelprocessie op het programma. Aan die optocht kon je ook als bezoeker meedoen, maar wij kozen ervoor om ons bij het eindpunt van de processie te installeren. Wij namen als gezin tijdig plaats op de trappen van de basiliek Heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw. Vanaf die plek zouden we de processie met alle fakkels goed zien aankomen; vanaf de grot ging die optocht via een lange bocht door de galerijen aan de zijkant en liep zo door tot vooraan bij de basiliek, recht voor onze neus. Eenmaal zittend op de trappen, keken we voor ons en zagen hoe in no time het hele plein volstroomde. Met op de eerste rij een hele trits aan ziekenhuisbedden. Ook waren er speciale vakken voor mensen in een rolstoel.

Ik zat naast mijn moeder en tussen ons in leek het of de twee Mariabeelden in het plastic zakje elkaar in een houterige dansgreep vasthielden. Toen de processie naderde, was het mooi donker en zag je een heel lint aan vlammetjes. De processie duurde lang en maakte veel indruk. Het Ave Maria klonk uit de verte op. Met de processie als voorzang werden de klanken overgenomen door een groot gelegenheidskoor van duizenden stemmen in de openlucht voor ons, rondom ons, met ons. Ik herinnerde me ook mensen op het plein met kaarsen. Prevelend, naar binnen gekeerd, biddend voor zichzelf of voor een ander. Een serene sfeer. Toen de processiegangers met alle fakkels op de vrijgehouden voorste meters van het plein arriveerden, ontstond er een zee van zacht licht. Een levende sterrenhemel. Verrukt keek ik naar mijn moeder. Ik zag dat de tranen over haar wangen biggelden. Ik keek waar zij naar keek. Mensen in rolstoelen werden gezegend. Mensen fluisterden God in wanhoop aan.

En dat was het moment dat ik bedacht dat de vraag of God bestond niet de juiste vraag was om mezelf te stellen. Omdát mijn moeder het lijden van al deze mensen zag, ontstond haar compassie; en die compassie was echt. Omdát deze mensen geloofden dat God bestond, werd deze avond hier nu heilig. Omdát mensen geloofden, putten ze hoop uit deze dienst. Omdát iedereen elkaar opzocht, vond men troost bij elkaar. En die troost was echt. Troost die men niet had gevonden, als niemand ergens in had geloofd.

Zelfs als er geen verschijning zou zijn geweest, ja zelfs als God niet zou bestaan, kon een plek zelf wel degelijk heilig worden. Lourdes was – naast een commerciële pleisterplaats waar plastic Madonnabeelden per pallet tegelijkertijd werden aangevuld – een plek waar zieken, gelovigen, in ziekenhuisbedden en al, erbarmen, troost en hoop vonden. Door zich te richten op het hogere ontstond die richting. Door zich zo te verhouden tot elkaar, ontstond deze verhouding in verbondenheid. En die verbondenheid was echt.

Toen Bernadette nog een jong meisje was, was Lourdes een boerendorpje, het paadje naar de grot was steil en modderig en de grot waar zij beroemd om geworden is, gaf toen regelmatig onderdak aan een stel varkens. Vanaf het moment dat de kerk Bernadettes ervaring als belangrijk is gaan beschouwen, groeide Lourdes uit van een dorp in een stad, werden er basilieken opgericht, waaronder de ondergrondse basiliek van Sint-Pius X die tot 25.000 mensen kan herbergen. Inmiddels bezoeken er zo’n zes miljoen pelgrims per jaar Lourdes.

Pas later leerde ik dat deze hele geschiedenis van Bernadette en Lourdes als variant was te beschouwen van het zogenaamde Thomas-theorema: If men define situations as real, they are real in its consequences.

Iets hoeft niet waar te zijn om werkelijkheid te worden.

Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, (schrijf)coach en ghostwriter. Hij is onder meer verbonden aan Verdraaide organisaties en de Veranderbrigade. In 2020 verscheen bij Kloosterhof zijn boek Van meetbaar naar merkbaar, van duurzaam naar dierbaarEerder schreef hij boeken zoals Durf het verschil te maken (i.s.m. Merlijn Ballieux), Organiseren met toekomst en Innoveerkracht. www.wheelproductions.nl

Naar het overzicht