Column Guido van de Wiel: Kijk uit voor de paradox van behoedzaamheid
di 20 mei 2025 - Guido van de Wiel
Mijn moeder is boven de tachtig. Een levenlang heeft ze fijn gefietst. De laatste tijd fietst ze niet meer. Dat is beter. Voor iedereen. De laatste jaren dat ze nog wel fietste, fietste ze steeds langzamer. En stel dat je 25 kilometer per uur fietst, dan is een teruggang naar 20 kilometer per uur inderdaad een vermindering van de snelheid waardoor je meer tijd hebt om te reageren op het verkeer om je heen. Dan heb je meer tijd om verkeerssituaties in te schatten of complexe oversteeksituaties te doorzien. En ook als je 20 kilometer per uur fiets en je mindert je snelheid naar 15 kilometer per uur heb je zelfs nóg wat meer tijd om te reageren op alles wat er om je heen gebeurt.
Maar er komt een moment dat langzamer fietsen niet alleen maar meer reactietijd oplevert. Dat moment maakten wij met mijn moeder mee. Ze fietste op het laatst zo langzaam dat het moeilijk werd voor haarzelf om nog haar evenwicht te bewaren. Het steeds verder verminderen van de snelheid begon tegen haar te werken. Het werd gevaarlijk om een brugje op te fietsen, omdat ze te weinig snelheid had om het brugje op te komen. Lukte het dan toch, dan leverde bij het brugje af het krampachtige remmen al meteen het volgende gevaar van wegslippende banden.
Snelheid minderen was ooit bedoeld om meer veiligheid te garanderen. ‘Snelheid minderen spaart kinderen’ was niet voor niets in een ver verleden de slogan in een bekende verkeersveiligheidscampagne in Nederland. Maar eenmaal te veel snelheid geminderd, komt er een omslagpunt. Bij fietsen draait om een vrij letterlijk omslagpunt dat eindigt op het asfalt. De optelsom van alsmaar langzamer fietsen maakt fietsen op een gegeven moment niet veiliger meer. Los van je evenwicht bewaren, word je ook een gevaar voor je omgeving waarin jij voor de bulk van de mensen met hoge fietssnelheid ineens een gevaar vormt, want het forceert die anderen tot radicaal in de ankers gaan, of plotselinge uitwijkmanoeuvres. Op zoek naar veiligheid werd mijn moeder bijna zelf een gevaar op de weg. Gelukkig zag ze dit zelf tijdig in.
Het is eigenlijk hetzelfde als de wijze waarop steeds maar toenemende bureaucratie organisaties op een gegeven moment gaat remmen. De wet van de overgeorganiseerde achterblijvers. Eén regel invoeren staat dan voor één kilometer langzamer fietsen. Elke regel is vaak best heel legitiem en slim uitgedacht. Elke regel is goedbedoeld, en heeft de functie om pas op de plaats te maken, om de klant beter te helpen, om kwaliteit te borgen of om willekeur te voorkomen. Stuk voor stuk bedoeld om een veiliger, beter of klantvriendelijker organisatieklimaat te creëren. Eerst nadenken dan doen. Eerst een ondertekende bevestiging retour, dan pas aan de slag met de klant. Eerst een onboarding uitvoeren, dan pas ingewerkt aan de slag gaan met elkaar. Eerst een SWOT-analyse, dan pas strategische besluiten nemen. Eerst een besluit laten goedkeuren bij je baas, dan bij het MT, dan bij de stuurgroep, de vakgroepen langs, het hogere MT, terug naar de stuurgroep, het MT, je baas… waar wilde je ook alweer mee aan de slag? Ook in organisaties geldt dat er een punt komt dat er een teveel aan regels is ontstaan. Dat door alle kleine rembewegingen de hele machinerie stroperig wordt of zelfs tot stilstand komt. Ontstaan omdat de organisatie een optelsom geworden is van alle maatregelen die zijn bedacht omdat er ooit een keer iets is misgegaan. Het omslagpunt is daar als het totaal aantal regels juist ontregelend gaat werken en het geheel disfunctioneel maakt.
Terwijl elke regel een goede intentie heeft, heeft het totaal aan regels een averechtse uitwerking. Dat is wat ik 'de paradox van behoedzaamheid' noem.
Alle regels bij elkaar lijken op het te langzame fietstempo van mijn moeder.
Zorg er dus voor dat je bij elke regel die je toevoegt ook een andere regel afschaft. Alleen dan houd je voldoende snelheid, kun je blijven zwieren en behoud je het gevoel van wind in je gezicht. Anders zorgt het totaal van regels er vooral voor dat het alle spontaniteit en initiatiefkracht weghaalt. Kom je eenmaal onder een bepaalde handelingssnelheid terecht, dan is een veilig, klantgericht of kwalitatief hoogstaand klimaat nooit meer te bereiken. Per slot van rekening gaat ook je aanpassingsvermogen nog eens stuk. Probeer maar eens vanuit stilstand een bocht te maken. Je hebt een minimale snelheid nodig om te kunnen wenden. Vraag dat maar aan een skiër. Je hebt minimaal wat wind in de zeilen om een andere koers te gaan varen. Vraag dat maar aan een zeiler op een windstille dag.
Bij een te langzaam fietstempo kun je beter gaan lopen. Stap af. Ga een ander vehikel gebruiken. Neem de tram, neem de metro, neem de bus. Laat je desnoods privé rondrijden.
Kijk naar mijn moeder. Ze fietst niet meer, maar komt nog overal. Stap af, is het eerste advies aan de generatie van mijn moeder. Stap over is het tweede advies; zodat je op een andere manier weer vaart leert maken. En precies dat is tegenwoordig het advies dat ik steeds vaker geef aan organisaties die ik begeleid.
Kijk uit hoor, voor de paradox van behoedzaamheid.
Guido van de Wiel (Wheel Productions) is organisatiepsycholoog, (schrijf)coach en ghostwriter. Hij is onder meer verbonden aan de Veranderbrigade. In juli 2025 verschijnt The Smell of the Place (i.s.m. Merlijn Ballieux) als opvolger van hun bestseller Durf het verschil te maken. Eerder schreef hij boeken zoals Van meetbaar naar merkbaar, van duurzaam naar dierbaar, Organiseren met toekomst en Innoveerkracht. www.wheelproductions.nl