Briefwisseling: Leiderschap nog aan toe
ma 02 jun 2025 - Jesse Segers
Al 14 jaar schrijven Koen Marichal en Jesse Segers brieven naar elkaar. Soms in gesproken vorm, soms in geschreven vorm. Het onderwerp is steeds leiderschap in al zijn facetten en uitwerkingen. Van het abstracte naar het concrete en terug. Soms met sterke emoties en soms koel en pragmatisch. En steeds opnieuw zijn ze het eens met elkaar dat ze het niet helemaal eens geraken met elkaar. Omdat ze op verschillende manieren tegenpolen zijn. Maar ook omdat het antwoord op vragen over wat leiderschap is, welk leiderschap nodig is en hoe dat leiderschap ontwikkelt nooit definitief verworven zijn.
Koen Marichal Jesse Segers
Koen Marichal is psycholoog, gastdocent leiderschap in Antwerp Management School, CVA-CNO, TIAS en Sioo, en oprichter van Casa 19 dat collectief leiderschap versterkt. Onlangs verscheen zijn boek De leider: Dat zijn wij.
Jesse Segers is bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Exeter (VK) en partner van Ginkgo Consulting (BE). Hij helpt leiders en hun organisaties in hun ontwikkeling. Onlangs verscheen het boek Tijdmeesterschap: Een handreiking voor veranderaars dat hij schreef met Marguerithe de Man.
Als het systeem sterft, wie blijft dan staan?
Dag Koen,
je verhaal over Tareq liet me niet los. Die parallelle werelden in dezelfde wijk, zelfs in dezelfde kamer — het beeld bleef hangen. De ene wereld die rafelt, hapert, op adem probeert te komen. De andere, glanzend, naadloos georganiseerd, toekomstgericht. Je vroeg je af: raken ze elkaar nog? Komen ze ooit weer samen?
Misschien zijn ze al samen. Misschien zijn ze juist elkaars voorwaarde. Niet als tegenpolen, maar als fases van eenzelfde golfbeweging. Opbouw en verval als natuurlijke schakels in een groter systeem.
Tijdens het ODNE-congres in Brussel kwam ik in aanraking met Hospicing Modernity van Vanessa Machado de Oliveira. Ze is decaan van de faculteit Onderwijs aan de University of Victoria in Canada. Een titel die blijft hangen — misschien zelfs krachtiger dan de inhoud. Toch raakt het boek aan een gedachte die ik herken bij systeemdenkers als Nora Bateson, Joanna Macy en Margaret Wheatley: hoe begeleid je als leider een systeem in zijn sterven? Niet als falen, maar als noodzakelijke fase. En: hoe doe je dat met waardigheid, met ruimte voor wat daarna kan ontstaan?
Wij proberen het geheel te verbinden met modellen en methodes die niet altijd resoneren.
Het vraagt iets anders van leiders. Geen nieuwe blauwdruk. Geen sprint naar oplossing. Maar vertragen. Aanwezig zijn. Blijven bij wat niet meer werkt. Niet meteen fixen. Niet forceren. Alleen maar getuigen.
Ik merk hoe die vraag in mijn eigen leven opduikt. Neem de schoolraad van mijn dochter. Acht jaar lang draaide het als een levendig orgaan: betrokken ouders, scherpe vragen, zichtbaar resultaat. Tot het vorig jaar stilviel. Geen nieuwe input. Geen opvolgers. En ik, als voorzitter, voelde: dit is het einde. Maar ik wist niet hoe het passend af te ronden. Ik liet het los. Zonder ritueel. Zonder overgang. En dat bleef aan me knagen.
Op papier: niets ernstigs. Maar het voelt onaf. Ik heb het orgaan, dat acht jaar functioneerde, niet goed afgesloten. Geen nieuwe kandidaten. Geen overdracht. Alleen het besef dat over een paar jaar ouders weer met dezelfde vragen zullen zitten — zonder dat ze weten waar eerder de antwoorden vandaan kwamen. Dat had ik beter willen doen. Maar ik wist niet hoe. Handelingsverlegenheid, misschien. Of gewoon: op.
Die handelingsverlegenheid herken ik ook als board member bij ODNE. We bestaan veertien jaar. Maar steeds vaker voelt de organisatie als een jas die niet meer past. We worden Europeser — in onze leden, in onze werking. Maar ons gedachtegoed blijft diep geworteld in Anglo-Amerikaanse tradities: T-groepen, participatief actieonderzoek enzovoort.
Terwijl Europa divers is en regionaliteit belangrijker wordt. In Noord-Duitsland leeft organisatieontwikkeling in de voetsporen van Hellinger. In Zuid-Duitslan ademt het Freud. En Scandinavië blijft een mysterie. En wij proberen het geheel te verbinden met modellen en methodes die niet altijd resoneren. De vraag dringt zich op: moeten we deze structuur behouden? Of is het tijd om haar los te laten?
Er is geen draaiboek voor zo’n proces. Geen canvas dat je invult. De systeemdenkers die mij inspireren, zeggen: begin met vertragen. Vertrouwen op relaties in plaats van op processen. Op het kleine, het alledaagse, in plaats van het groots opgezette. En blijf bij het ongemak. Weersta de drang om direct te herstructureren. Laat het oude niet los uit frustratie, maar uit respect.
Dat vraagt moed. En energie. Twee dingen die vaak ontbreken, juist op het moment dat je ze het hardst nodig hebt.
Want tegen de tijd dat een systeem sterft, heb je er vaak al jaren in geïnvesteerd. Dan heb je geprobeerd het draaiende te houden, soms tegen beter weten in. En dan is je energie op. Je scherpte weg. Je empathie versleten.
Ik zag daar iets van terug in de documentaire From Doubters to Believers, over het laatste jaar van Jürgen Klopp bij Liverpool. De openingsscène is glashelder. Een journalist vraagt waarom hij zeker weet dat dit het moment is om te stoppen. Klopp antwoordt: “My management skills are based on energy, on emotion, on relationships. That takes all of you. That’s how it is. It needs all of you. And if I can’t be that anymore, stop it.”
Dat antwoord bleef hangen. Zeker omdat ik de laatste tijd meerdere verhalen hoor van net gepensioneerde bestuurders die ernstig ziek worden. Leiderschap vraagt energie. Niet alleen mentale scherpte, maar ook fysieke en emotionele aanwezigheid. Aan het eind van de documentaire toont Klopp een foto van zichzelf, negen jaar eerder. Fris, rimpelvrij, open blik. Je ziet: leiderschap heeft zich in zijn lichaam genesteld.
We zien het vaker. Presidenten. CEO’s. Rectoren. Zolang ze in het strijdperk staan, voelen ze hun schade niet. Maar eens uit het vuur, komen de kwetsuren boven. Fysiek. Relationeel. Spiritueel.
Mijn dochter zegt het soms droogjes sinds de scheiding: “Papa, jij bent grijzer dan je oudere broer.” En ik denk dan: ja, leiderschap slijt een mens.
En dan is er nog die andere beweging: schaalvergroting. Klopp zegt ergens:
“Being manager of Mainz means every supporter in Mainz knows you.
Being manager of Dortmund means every supporter in Germany knows you.
Being manager of Liverpool means every supporter in the world knows you.”
En nu? Nu is hij hoofd van alle Red Bull-voetbalclubs wereldwijd. Succesvol leiderschap volgt zelden een horizontaal pad. Het vergroot. Het intensiveert. Je krijgt steeds meer ruimte aangeboden, meer gewicht, meer verantwoordelijkheid. Eerst je buurt, dan je sector, dan het continent.
Vrijheid kan niet zonder begrenzing.
Maar telkens rijst de vraag: hoe ben ik energetisch in verhouding tot deze ruimte? Draagt het mij nog, of draag ik het? Is dit nog een levend, adaptief systeem — of hou ik iets in leven dat zijn tijd heeft gehad?
In die context krijgt het woord vrijheid een nieuwe lading. Meer in lijn met hoe Angela Merkel het invult in jouw brief. Geen grenzeloosheid, maar afstemming. Niet ontsnappen aan kaders, maar ze opnieuw verhouden tot wie je bent en wat je dient.
Etymologisch komt vrijheid van het Griekse eleutheros en het Latijnse liber, beide wortelend in het Indo-Europese leudh — ‘behoren tot het volk’. Vrijheid is dus relationeel. Je bent vrij in relatie tot anderen, tot de gemeenschap, tot systemen. Slaven waren niet vrij omdat ze geen deel uitmaakten van het volk.
Dat roept een schijnbare paradox op: vrijheid kan niet zonder begrenzing. Ze vraagt om kaders. Anders is het leegte. En die kaders zijn nooit statisch. Ze bewegen mee met leven, context, tijd. En daar ligt ook een opdracht voor leiders vandaag: niet alleen structuren bouwen of behouden, maar ook leren loslaten. Systemen begeleiden in hun sterven. Niet uit onverschilligheid, maar uit compassie.
Want alleen wie durft te laten sterven wat was, maakt ruimte voor wat wil ontstaan.
Fijne zomer, Koen.
Jesse
Referenties
- Baratt, E. et al. (2025). Doubters to Believers Liverpool FC: Klopp's Era (Documentairy). Lorton_Limited.
- Machado de Oliveira, V. (2021). Hospicing Modernity: Parting with Harmful Ways of Living. North Atlantic Books.